Tags

De Belgische arbeidsmarkt heeft positieve vooruitzichten, maar moet werk maken van een betere integratie van migranten en laaggekwalificeerde werknemers. Dat staat in de economische vooruitblik van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).

Sinds de start van de huidige federale regering is de werkgelegenheid in ons land fors gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen. Het aantal banen groeide met bijna 65.000. Dat is vooral te danken aan de privésector, die in het eerste kwartaal meer jobs telde dan ooit.

In de Europese Unie liggen de loonkosten alleen in Denemarken hoger dan in België. Wel stijgen de loonkosten in ons land minder snel dan in de rest van de eurozone.

In de Europese Unie liggen enkel in Denemarken de loonkosten hoger dan in België. Zo blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. Wel stijgen de loonkosten in België minder snel dan in de rest van de eurozone.

De loonmatiging en indexsprong zijn duidelijk merkbaar in de cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Voor het vierde kwartaal op rij zijn de arbeidskosten in België gedaald.

Belgische werknemers mogen in 2016 een gemiddelde salarisstijging van 1,7 procent verwachten. België zet met deze verwachte salarisstijging de trend van loonmatiging door en scoort lager dan de ons omringende landen. Voor heel Europa is de gemiddelde salarisstijging 2,8 procent.

Weinig bedrijven benutten alle loonoptimalisatiemogelijkheden om de loonkosten te verlagen. Zo heeft slechts één op de vijf organisaties een structureel fiscaal optimalisatiebeleid en werkt amper 15 procent met flexibele verloning of een cafetariaplan.

Ruim 28 procent van de kmo’s denkt tegen het einde van 2016 meer mensen te zullen tewerkstellen dan vandaag. Er blijkt bovendien een verband te bestaan tussen dit hoge cijfer en de (graduele) loonkostenverlaging van 33 naar 25 procent.

Het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie maakte bekend dat de werkervaringsprojecten (WEP-plus) op 30 september 2015 afliepen. Deze afschaffing komt er door de hervorming van de maatregel 'werkervaring', die op 1 juli 2015 naar de VDAB werd overgeheveld.

De verlagingen van de werkgeversbijdrage van 33 naar 25 procent, zoals afgesproken in de taxshift, geldt niet voor de publieke non-profitsector.